Onlangs moest ik mijn pas laten vernieuwen. Toen de vriendelijke man aan de balie mijn lengtemaat uit de oude pas automatisch wilde overschrijven, heb ik ingegrepen. Een daad van deemoed. De houten meetpaal met schuifsysteem – huiveringwekkende gelijkenis met een wurgpaal – in de hal van ons gemeentehuis stelde mij in het gelijk. Ik vermoedde het al, er moest vijf centimeter af.
Wachtend op het bankje voor verdere afhandeling bedenk ik dat ik krimp, terwijl ik toch ook nog groeien wil. Hoe moet dat nou met mij?
‘Ruimte maken’, hoor ik als ik later die dag achter mijn laptop zit.
Ik herken het geluid. Als van opstekende wind. Het is mijn kat. Al jaren dood, komt ze af en toe nog door als het gaat schemeren. Altijd blijkt hij slimmer dan ik zelf.
Welke ruimte bedoelt hij? Ah! Mijn hoofd is nog te vol. Het dagelijkse nieuws, de e-mails, de sociale media, de oorlog en de crisis: alles vraagt om mijn mening, mijn standpunt. Dat geeft een vol gevoel en dat maakt ook kleiner. Denk maar eens aan een kamer die je leegruimt, ze lijkt dan opeens veel groter.
Maar hoe doe je dat met je hoofd?
‘Niet meer op alles reageren’, hoor ik, terwijl de witte gestalte langzaam duidelijker wordt. De zwarte plek op zijn schedel doet denken aan een keppeltje.
Wat is er mis met reageren, rabbi?
Hij springt nu geluidloos op tafel, zodat we op gelijke hoogte kunnen communiceren. De voorpootjes zorgvuldig naast elkaar, slaat hij zijn staart er om heen en zegt:
‘Je wilt nog te snel en te vaak het woord nemen. Zo stop je er telkens weer wat bij.’
Ik kan maar net vermijden hem van repliek te dienen. Dan glimlacht mijn kat en lost langzaam op, als de damp uit een theeketel
zacht en geluidloos
gaat de deur open, de wind
speelt voor kat
‘Kleiner worden’ is een belangeloze bijdrage van Jac Vroemen aan BlijNieuws, Verschenen in ‘Vuursteen’, Vlaams-Nederlands tijdschrift voor haiku e.a., lente 2013.