De schoolbel klonk en gaf daarmee het einde van de les aan. De zestienjarige en wat timide Robert pakte zijn lesboeken op en begaf zich naar de hal. Sinds zijn komst op deze school werd Robert door veel van zijn klasgenoten gemeden. Hij hoorde er niet bij, hij was een nieuwkomer, een stille. Toch bleef hij altijd beleefd en behulpzaam naar anderen toe. Bij zijn kluisje aangekomen sloeg hem daarom ook de schrik om het hart. Er hing een geel post-it briefje met daarop zeer kwetsende woorden. Hij werd hierin letterlijk voor het grofste vuil uitgemaakt! Hoe komt iemand er bij om zoiets uit te halen? Voor zover hij wist had Robert niemand beledigd of gekwetst. Angst, woede en bovenal verbazing maakten zich daarom van hem meester. Nog amper van de schrik bekomen, besloot hij om meteen zijn docent hierover in te lichten.

Ik geef les aan een middelbare school waar wij het accent leggen op vriendelijkheid en dienstbaarheid, in een al oververhitte en verharde cultuur. Om onze leerlingen tot goede daden en betrokkenheid toe te zetten, hebben we zelfs een Rad van Goede Wil op school ingevoerd met daarop acties die leerlingen kunnen ondernemen. Daarnaast houden wij bijeenkomsten met studenten die toegewijd zijn aan goede daden en dienstbaarheid, zowel op lokaal als op globaal niveau. Wel, deze week werd ik herinnerd aan het feit hoe bijzonder middelbare scholieren kunnen zijn.

Ik volg veel van mijn studenten op Instagram om te zien hoe het ze in hun leven naast school vergaat en om eventueel cyberpesten te signaleren. Op maandagavond ontving ik een mailtje van een jongen die slachtoffer was van een zeer kwetsende boodschap, geschreven op een post-itbriefje op de deur zijn schoolkluisje. Hij had er meteen een foto van genomen en stuurde het naar mij met een hulpvraag. Ik verzekerde hem dat wij er op deze school absoluut geen voorstander zijn van dit soort onbeschoft gedrag en het ook niet onbestraft toestaan. Ik maakte meteen een afspraak met hem om de volgende morgen hierover te spreken. Hij was enigszins gerustgesteld en ik was zeer gewaardeerd dat een leerling mij om hulp vroeg en in vertrouwen nam.

Een paar uur later nadat we onze afspraak gemaakt hadden, zag ik dat hij de foto op Instagram gepost had en vroeg of iemand wist wie deze schandelijke tekst op zijn kluisje had geschreven? Als commentaar schreef ik eronder dat wij als school dit gingen onderzoeken, om zo de schuldige dader onder druk te zetten om vrijwillig naar voren te komen. Ik vond het daarnaast slim van het jonge slachtoffer om zijn belager via social media op te sporen. Waarvan de jeugd van tegenwoordig zoveel uren van hun dag gebruik maakt.

De volgende dag tijdens de eerste pauze, kwam er niet één jongen, maar twee jongens naar mij toe?! De jongen die het kwade briefje had ontvangen, liet me een ander briefje zien dat hij vandaag gekregen had. Ik vreesde meteen het ergste, maar het bleek een oprecht en ontroerend excuus te zijn van de schrijver van het eerste briefje!

Ik vroeg Robert meteen of hij wist wie het gedaan had, de jongen die hem vergezelde gaf het verlossende antwoord. ´Ik was het, ik weet niet waarom ik het deed, maar ik besef nu dat het verkeerd en totaal niet aardig was. Dus schreef hem ik dit nieuwe briefje. Om het goed te maken heb ik vervolgens 150 andere post-its op alle andere kluisjes geplakt met daarop nu juist bemoedigende woorden. Ik wilde mijn gemene daad op deze wijze weer proberen goed te maken.’

Ik als leraar keek de alles opbiechtende jongen volledig verbaasd aan. In mijn hart was ik zo trots en voelde ik oprechte sympathie voor de dappere leerling.
Onmiddellijk vertelde ik hem hoe moedig het was om zelf als dader naar voren te komen en hoe wonderlijk ik het vond hoe hij zijn fout met een goede daad probeerde recht te zetten. Ik richtte me tot de jongen die de beide briefjes ontvangen had en vroeg of hij bereid was om zijn eerdere belager te vergeven. Zonder twijfel zei hij: ‘Ja. Zeker weten. En sterker nog, als iemand hem om zijn eerdere daad veroordeelt, dan zal ik het voor hem opnemen.’

Wauw. En nog eens wauw. Zoveel vergevingsgezindheid komende van een tiener die een dag eerder nog zo negatief bejegend werd.

Ik denk dat middelbare scholieren al snel een slechte naam krijgen, omdat ze een moeilijke leeftijd hebben. Ze zitten namelijk vast in de overgang van het kind zijn, naar het volwassen worden. Het verschil tussen die twee werelden kan erg verwarrend en zwaar zijn. Maar deze twee jongens hebben mij laten zien, dat het belangrijk kan zijn om voor een hulpvraag uit te komen, evenals het toegeven van een slechte daad. Zij toonden mij beiden moed, medeleven en goede wil, op een manier dat ik nooit had verwacht. Sinds die dag ben ik mij er terdege van bewust, dat alhoewel ik de leraar ben, het feitelijk mijn leerlingen zijn die onderwijzen…

De Blijmaker uit Ulvenhout heb ik ontmoet op de Kerstherberg voor Daklozen in Breda. Hij vond BlijNieuws een mooi initiatief en heeft belangeloos het mooie KindSpringartikel voor ons vertaald. Delen is vermenigvuldigen…