Het voelde wel een beetje als een opoffering, ook voor mijn soms wat mopperende paas-gasten. De zon scheen uitbundig, maar mijn tuin was verboden gebied. Een stoel aan de straatkant konden ze hooguit krijgen, maar niet in mijn oh-zo-fijne stille en nu al groene achtertuin. Ik liep al vier weken om een merelnest heen te sluipen. Die zat stevig ingebouwd in de klimop, op de beste zon- en zitplek van de tuin. Twee weken broeden en twee weken voeren had ik gelezen op internet. En dan zouden de baby’s uitvliegen. Rond de Pasen dus. Mijn strenge handhavingsbeleid werd beloond. Vanochtend zat de eerste baby-merel op mijn bankje nogal verbaasd om zich heen te kijken. Een beetje met zo’n bekje van: Ga ik het hier eigenlijk leuk vinden? Trouwens, baby… Het dier had al bijna het formaat van zijn vader en moeder. Maar dat stel had ik dan ook twee weken lang met snavels boordevol wormen het nest in zien vliegen. Om de 10 minuten zowat, dus reken maar uit. Baby 1 vloog na een klein half uurtje van overpeinzingen uiteindelijk dapper over de schutting, een vage toekomst tegemoet. De nummers 2, 3 en 4 volgden in de loop van de dag. Ik hoop dat ze het heel lang, heel leuk gaan hebben.
BlijNieuws van Anja, één van onze gewaardeerde redacteuren