‘Maandag om 9.45 uur vertrekt op spoor vier de trein naar een land waar iedereen vriendelijk is en niemand arm is.’ Die aankondiging vond iedereen van het dorp in de brievenbus. Die maandagmorgen stond perron vier vol met mensen die naar dat land wilden. Ze hadden van alles mee in hun rolkoffers en rugzakken. Toen de trein er was, werd er geduwd en getrokken. Er bleek onvoldoende plaats voor al wat ze meegenomen hadden. Sommige mensen gingen met hun spullen terug naar huis. Enkele uren later kwam de trein aan de voet van een berg. ‘De trein is te zwaar geladen’, zei de machinist. ‘Laat alles achter wat je toch niet gelukkig maakt.’ Na een tijd was kwam de trein bij een berg die nog steiler was dan de eerste. ‘Jullie moeten nog meer bagage achterlaten’, zei de machinist. De mensen lieten uiteindelijk nog wat achter. Enkele uren later, toen de zon onderging, reed de trein het land in, het land waar mensen elkaar vonden zonder al hun spullen.
Blijverhaal van C. Leterme (Parels van verhalen, uitgeverij Averbode 2019, p. 73) dat we ontvingen via één van onze redacteuren.