Rotterdam – Net als heel veel andere tienermeiden, zijn Sara en Iris* vaak bezig met de camera op hun telefoon. Niet, zoals je zou verwachten, om talloze selfies te maken voor hun Instagramaccount. Nee, ze leggen stiekem zakkenrollers vast. Dankzij dit oplettende duo, kon de politie in nog geen jaar tijd bijna zeventig zakkenrollers aanhouden in het centrum van Rotterdam. Een BlijNieuwslezersbijdrage
WhatsAp op telefoonscherm
“We hebben regelmatig een heterdaadje”. Als je Sara en Iris tegenover je hebt, is het alsof er twee agenten aan het woord zijn. De meiden praten in termen die je bij de politie dagelijks hoort. Ze zijn het nog niet, agenten. Maar ze willen het wel worden. Daarom –en ook een beetje uit verveling – besloten ze een klein jaar geleden aan hun politieskills te gaan werken. In hun vrije uurtjes, probeerden ze tussen het winkelend publiek op Zuidplein zakkenrollers te herkennen. In vrijwel alle gevallen lukte dat. Zagen ze iemand die ze niet vertrouwden, dan volgden ze de persoon tot hij of zij toesloeg. Of dat probeerde.
Mode
Zakkenrollers lopen qua mode zeker drie jaar achter. Dat zeggen Sara en Iris. “De vrouwen dragen afgetrapte ballerina’s. De mannen oude sportschoenen.” De meiden herkennen zakkenrollers niet alleen aan hun uiterlijk, maar ook aan hun gedrag. “Ze steken een winkelstraat meerdere keren over en kijken vaak achterom.” Ook potentiële slachtoffer pikken ze er zo uit. Veel oudere mensen, vaak van Aziatische afkomst. Maar ook jonge meiden, die met al hun aandacht bij hun telefoon of nieuw aan te schaffen outfit zijn.
Betrapt
Na hun ‘trainingstijd’ op Zuidplein, verplaatsen de agenten in spé zich richting Rotterdam centrum. Daar zijn ze nu zeker twee dagen per week actief. Wanneer de twee meiden iemand in het oog krijgen, splitsen ze zich op. Via hun telefoon houden ze contact met elkaar. Ze volgen de persoon tot aan de beveiligers van een winkel en melden zich daar. Waarna de beveiligers de verdachten –al dan niet met behulp van camerabeelden- staande houden en ze vervolgens overdragen aan de politie. “De zakkenrollers wanen zich compleet ongezien en snappen er niets van als ze worden betrapt”, zegt Sara. De twee meiden geven toe dat ze niet direct serieus werden genomen door de beveiligers. “Maar inmiddels kennen ze ons bijna allemaal.”
Dankzij Sara en Iris kon de politie in minder dan een jaar tijd bijna zeventig zakkenrollers aanhouden. Bang dat criminelen doorhebben wat ze doen, zijn de meiden niet. “Zo lang er mensen worden bestolen in het centrum van Rotterdam, weten ze niet van ons bestaan.” En hoewel ze naar eigen zeggen niet zo opvallend zijn, doen ze af en toe nog een beetje extra hun best om niet herkend te worden. Als een verdachte de metro instapt, houden we even afstand. In de tijd dat hij of zij in de metro zit, zetten wij een pet op of vlechten ons haar in.” Omdat de meiden de route van veel ‘bekende’ zakkenrollers kennen, weten ze ook waar deze weer uit de metro stappen. “En als we ons dan ook een beetje hebben vermomd, denken ze niet: hé, die meid heb ik net ook gezien.”
Droom
Toen politieagent Henri Appeldoorn lucht kreeg van de twee boevenvangers, zocht hij contact met ze. En sindsdien werken ze samen. Sara en Iris maken daar waar het kan foto’s en filmpjes van zakkenrollers en hun werkwijzen. De beelden sturen ze door naar Henri, die vervolgens zorgt dat ze in de briefing van de agenten worden getoond. “Onze droom is om bij de politie te werken en zelf een zakkenrollersteam op te richten.”
*Sara en Iris zijn gefingeerde namen