We moesten even iets wegbrengen en na een praatje gingen we weer terug. Inmiddels was het gaan waaien – natuurlijk tegenwind – en we voelden wat regendruppels. Even uitrusten bij een portiek en bij het licht zagen we bij de stoeprand iemand staan, die iets tegen ons zei. Dichterbij gekomen hoorden we de jongen met rode muts ons vragen of wij een slaapplek nodig hadden! Wij konden dan wel bij hem slapen, dit hadden we nog nooit meegemaakt! Ik vroeg hem naar zijn naam: Maarten. Ik gaf hem een hand en zei hem dat hij geweldig was en dit is zo! Een slaapplek aan wildvreemden! Een engel met rode muts!
BlijNieuws van één van onze gewaardeerde redacteuren.
Delen is vermenigvuldigen ??