Onderzoek van Unicef wijst uit dat Nederlandse kinderen het gelukkigst zijn. Dat blijkt uit het vandaag gepubliceerde onderzoek van UNICEF ‘Het Welzijn van kinderen in ontwikkelde landen’ waarin de situatie van kinderen in 29 ontwikkelde landen met elkaar vergeleken wordt.
Vergeleken met andere ontwikkelde landen kent Nederland een vrij hoge zuigelingensterfte. Ook pesten en vechten Nederlandse kinderen relatief veel. Maar Nederlandse kinderen blijken het minst arm en hebben het minste overgewicht, al eten ze relatief weinig fruit. Op onderwijs scoort Nederland het hoogste ter wereld.
De top van de lijst wordt gedomineerd door de kleinere Noord-Europese landen, respectievelijk Nederland, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden. Griekenland en de Verenigde Staten scoren extreem laag. Er blijkt geen relatie te zijn tussen de hoogte van het nationaal inkomen en hoe het met kinderen gaat. Tsjechië bijvoorbeeld neemt een hogere plaats in op de ranglijst dan een aantal rijkere landen.
‘Het is mooi dat Nederland zo goed scoort, maar dat betekent niet dat we niets meer hoeven te doen. Er zijn toch nog kwetsbare groepen kinderen in Nederland die het niet goed hebben en waar we ons zorgen over maken, zeker gezien de economische crisis’, relativeert Majorie Kaandorp van UNICEF Nederland de toppositie van Nederlandse kinderen. ‘Zo is bijvoorbeeld de afgelopen jaren het aantal kinderen in de jeugdzorg toegenomen, groeit het aantal kinderen dat in armoede leeft en is de situatie voor vreemdelingenkinderen steeds strenger geworden. Deze kwetsbare kinderen, die we niet terug zien in het beeld dat dit rapport schetst, hebben beslist hulp nodig – ook in een land waar alles zo goed voor elkaar is.’
Het rapport vergelijkt het welzijn van kinderen in 29 OESO-landen aan de hand van 26 indicatoren die geclusterd zijn rondom de onderwerpen: armoede, gezondheid en veiligheid, onderwijs, (risicovol) gedrag, huisvesting en omgeving. Met name de combinatie van welvaart en eigen gevoel van welbevinden van jongeren maakt dit onderzoek uniek. Het rapport is gebaseerd op cijfers afkomstig van internationale bronnen waaronder het WHO’s Health Behaviour of School Age Children en het OESOProgramme for International Student Assesment.
Lees hier het volledige Unicefonderzoek