“Op een mooie Pinksterdag, als het even kon
Liep ik met mijn dochter aan het handje in het parrekie te kuieren in de zon”
(Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink)
Dit liedje was bekend toen mijn vader nog niet zo lang zo’n vader was en ik dat kleine meisje waarmee hij ging wandelen, eendjes voeren en madeliefjes plukken.
Niet alleen met Pinksteren. We woonden toen in de dorpsstraat met tegenover ons huis, aan de andere kant van de straat een grasveldje aan het water, dus het was ongetwijfeld bijna dagelijkse kost.
Vandaag is het weer een mooie Pinksterdag. De vader van toen is inmiddels al heel lang opa en de dochter al net zoveel jaren moeder van een stel lieve en leuke volwassen kinderen.
Waar het ‘op een mooie Pinksterdag’ in dit liedje van Annie M.G. Schmidt ging over de band tussen een vader met z’n dochter, zo is die band er nog steeds.
De vader is een ruime tachtiger en sinds een paar weken ineens nogal behoorlijk wat van zijn onafhankelijkheid en gezondheid verloren na een val.
Nooit bij stilgestaan dat dat met deze stoere, altijd gezonde vader een keer zou kunnen gebeuren. In mijn ogen zou hij altijd gezond en jong blijven. Maar hij kan zich nu zomaar lastiger verplaatsen. Wiebelig en onzeker. Dat heeft impact. Vooral op hem, maar ook op mij. Voor iedereen is de toekomst onzeker en hoe het verder gaat weet niemand, maar dat is voor morgen.
Nu zijn de rollen omgekeerd.
Vandaag, op deze Pinksterdag, neem ik mijn vader mee uit wandelen. Niet aan het handje maar wel voorzichtig. Hebben we het over van alles wat ons bezighoudt. Doen we alles in de laagste versnelling en nemen we de rust. We gaan genieten van wat wel kan en de tijd die we hebben.
Dat we dat nog samen kunnen, daar ben ik nu dankbaar voor.
We gaan er, zoals de tekst van het liedje, een mooie Pinksterdag van maken, mijn vader en ik.
BlijNieuws van Yvonne
Delen is vermenigvuldigen. ??