Ooit was het dier uitgestorven in Nederland, maar nu gaat het hartstikke
goed met de otter. De otter behoort tot de familie der marterachtigen.
Hij wordt ook wel de ‘Koning van het Zoetwatermilieu’ genoemd door
de boswachter die ze weer heeft uitgezet in 2002. De otter leeft in oeverzones
met voldoende dekking en rust. Ze waren sinds 1988 uitgestorven in Nederland.
Momenteel komt de otter weer voor in Noordwest-Overijssel, Friesland,
Gelderland en langs de Overijsselse Vecht.
Tot begin vorige eeuw was de otter vrij algemeen in Nederland. Door verkeer,
jacht, verdrinking in fuiken, gif, watervervuiling verdween de otter in
Nederland. Tot in 1954 de jacht definitief werd verboden, is de otter sterk
bejaagd. Bij de herintroductie zijn maatregelen genomen om bedreigingen
tegen te gaan, maar desondanks zijn verdrinking in fuiken, watervervuiling
en verkeer nog steeds bedreigingen voor de otter.
De otter heeft een lange bovenvacht die zorgt dat de dichte ondervacht een
isolerende luchtlaag
vasthoudt en droog blijft onder water.
Ook heeft hij een gestroomlijnd, lang lichaam met een krachtige, spits
toelopende ronde staart en korte, sterke poten met zwemvliezen tussen de
tenen van zowel zijn achter- als voorpoten. De otter heeft een sterk
ontwikkelde neus (1000 x sterker dan de mens), zeer gevoelige snorharen
en stevige wenkbrauwen die, vooral in troebel water, dienst doen als
voelsprieten. De otter heeft nauwelijks natuurlijke vijanden in Nederland,
in andere landen zijn dit zeearend, wolf, beer en lynx. Met de hervestiging
van een kleine reproducerende groep dieren is in 2002 door het loslaten
van 7 otters in de Weerribben, een natuurgebied in Overijssel, een begin
gemaakt voor een mogelijk herstel van de otterpopulatie in ons land.
Er zijn nu zo’n 500 in Nederland, en dat is goed nieuws.
Aldus de trotse boswachter.

BlijNieuws van Yvonne
Delen is vermenigvuldigen. 🌻🌻